Excursieverslag Noordlaren 7 december 2018

 

En de bikkels in Noordlaren waren:

Inge Somhorst (als laatste kwam ze op de fiets), Henk Pras, Harry Harms, Wil Folkers, Henny Klein, Marian Hulscher, Ubel Medema en ondergetekende. Vooraf waren zeer regenachtige omstandigheden gemeld, maar uiteindelijk bleek het slechts bij aanvang wat te miezeren. Dus hoefde je niet eens een bikkel te zijn om aanwezig te zijn. Overigens waren we best content met deze opkomst bij deze voorlaatste excursie én met de uiteindelijke score van 102 soorten, waarvan een kwart moest worden gemicroscopieerd.

 

Om op de afgesproken verzamelpunt te komen moesten de deelnemers over een zandweg rijden. Daar komt ook landbouwverkeer langs dat diepe sporen achterlaat. Toch bleek het nog net goed te gaan, hoewel na deze excursie wel de gang naar de autowasstraat wachtte. Op de plek waar we de auto’s hadden gestald stond in de omgeving, ondanks de vorst die er was geweest, nog tal van soorten. Omdat er nogal verspreid werd geopereerd kreeg ik onder meer de Botercollybia (Rhodocollybia butyracea) en de Valse Hanenkam (Hygrophoropsis aurantiaca) minstens vijf keer gemeld. Over de eerste verbaasde Marian zich, want volgens haar waren ze meer dan in andere jaren te zien. Eén van de gevonden soorten was het Wit oorzwammetje (Crepidotus variabilis). Vanwege het milieu bestond het vermoeden dat we hiermee hadden te maken, maar om verwisseling met één van de andere soorten witte oorzwammetjes uit te sluiten moeten ze toch altijd onder de mic worden gelegd. Bovendien varieerde het substraat van varen, beukenblad, kruidachtige delen tot takjes. Daardoor werd gehoopt op iets anders dan het Wit oorzwammetje, maar dat bleek niet zo te zijn.

 

Naast oorzwammetjes verdwenen er veel korstjes in de bakjes van Inge en Henk. Daar waren onder andere enkele tandjeszwammen bij (Hyphodontia’s), waarvan er natuurlijk wel weer één bijzat waar ik nog niet eerder van had gehoord. Wel van een andere korst, de Dunne melkkorstzwam (Megalocystidium luridum) die redelijk goed herkenbaar is (maar er is ook een Grootsporige-). Volgens Naam & faam moet hij worden bewaard. Of dat nog gebeurt betwijfel ik, want we komen hem vaker tegen. Iets voordat we in een ander km-hok belandden namen we afscheid van Ubel. Dat was gelijk het teken om de inwendige mens te versterken waarna weer een pad werd gevolgd dat gelijk ook de terugweg was.

 

Opvallend was het vele dode hout dat Natuurmonumenten er bewust laat liggen, tot aan hele stammen toe. Inge en ik waren daar erg verrukt over en voor mij was het mede aanleiding mijn wekelijkse column eraan te wijden. Inge meldde nog het volgende jaar dit mooie bos nog eens op het programma te willen zetten. Zo laat in het jaar komen altijd tamelijk veel mycena’s op de lijst staan. Eén ervan was de kleine Gestreepte schorsmycena (Mycena cirrata (KW)) die op een bemoste stam van een Zomereik groeide. Ook kwamen we verscheidene keren mosklokjes tegen waarover Inge zich ontfermde. Dat leverde toch nog weer vier soorten op. Over de ruim vijftig soorten wordt vaak geklaagd dat ze zo op elkaar lijken. Dat ging Inge te ver en leverde een foto waarop het verschil in grootte, hoed- en steelkleur, hoedvorm, verhouding hoed-steel… goed is te zien. Toch blijft het een lastig geslacht waarvan er maar zeven direct in het veld kunnen/mogen worden benoemd. Daarbij is ook de door ons gevonden Naaldbosmosklokje (Galerina sideroides) die toch ook microscopisch werd bevestigd.

 

Al doende waren we Wil al een tijdje uit het oog verloren waarna Henk en Harry, ze hadden het inmiddels wel gezien voor deze dag, haar opspoorden (en vonden) en uit zicht verdwenen. Wij bleven naarstig verder zoeken en bij de ontdekking van het Mosschelpje (Chromocyphella muscicola) ontstond nog de discussie of je deze soort bij het ontdekken van een wit uitgebeten kring in het mos op de stam mag noteren wanneer er geen vruchtlichamen zijn. Volgens Inge niet, maar wij in Roden zijn minder strikt in de leer dan de lieden van de MWG en noteren hem dan wel. Hier kon dat sowieso, want de zwammetjes waren aanwezig en goed te zien. Even later bereikten we de auto’s en namen afscheid van elkaar, net op het moment dat het weer begon te miezeren.

 

Soortenlijst klik hier