Waarnemingen maart-april 2023

Echt judasoor

Sommige soorten kun je vrijwel het hele jaar door vinden en dat geldt bijvoorbeeld voor deze Auricularia auricula-judae. Hans Post stuurde de foto van dit verse exemplaar, die hij maakte op 5 maart bij de visvijver in Diever. Ik wist niet dat ze in Diever een visvijver hebben, maar het jaar ik er enige tijd in een kosthuis bivakkeerde is inmiddels alweer bijna zestig jaar geleden. Sindsdien is er wel iets veranderd. Wat ook verandert is deze 2 tot 8 cm grote oren als ze opdrogen: dan worden het tot zwart verschrompelende schelpvormige gevalletjes, maar dan meestal nog wel herkenbaar.

Troskalknetje

Bij het verslag van de excursie in het Noordlaarderbos stond op de inventarisatielijst onder meer al het Troskalknetje vermeld. Jan de Vries had toen materiaal meegenomen, niet wetende dat de determinatie er al was, en opgestuurd naar specialist Hans van Hooff die het volgende meldde:

Hoi Jan,   Vandaag is je slijmzwam goed aangekomen en ik heb deze meteen even bekeken. Het betreft het Troskalknetje (Badhamia utricularis) te herkennen aan het netvormige capillitium en de sporen die in losse clusters bijeen hangen en bezet zijn met stekeltjes. Vaak hangen de vruchtlichamen aan lange gele stelen maar de soort is variabel en kan ook (bijna) zittend zijn. Ik berg deze op in mijn herbarium onder Hooff 14872 tenzij je deze terug wilt ontvangen.   Groeten, Hans

Nadien stuurde Jan nog de foto's plus een korte toelichting:

Hierbij nog enkele stadia tot rijping. Het kalkvliesje waait makkelijk open en dan zie je het netvormige capillitium.

Wonderlijke vorm

Als je er oog voor hebt kun je de meest wonderbaarlijke dingen zien. Marian Hulscher gaf er bij eerdere gelegenheden al blijk van dat te hebben en ook nu en meldde daarbij:


Geen paddenstoel, wel een schimmel: deze wonderschone levensboom verborgen in het ondergrondse in het Scharlakenbos in Haren op 3 maart 2023.

Helvella's

Tijdens de excursie van de MWG op 2 april in het Lauwersmeer werd er speciaal uitgekeken naar de daar voorkomende kluifzwammen. Kor Raangs maakte er toen mooie foto's van: links zie je de Bokaalkluifzwam (Helvella acetabulum) en rechts de Nonnenkapkluifzwam (Helvella spadicea (BE)).

Indrukwekkende lijst

Bij dezelfde excursie kwam Janny Kramer goed aan haar trekken wat betreft de myxomyceten en stuurde me nadien de nog in te voeren lijst van de door haar daar gevonden soorten en voegde er enkele foto's aan toe: links verse exemplaren van het Donkerbruin kelkpluisje, in het midden deze soort na rijping en rechts het Witdekselkalkbekertje.

Haar lijst:

Craterium minutum – Witdekselkalkbekertje

Trichia decipiens -Peervormig draadwatje

Trichia varia – Fopdraadwatje

Metatrichia floriformis -Donkerbruin kelkpluisje

Physarum album Knikkend kalkkopje

Dydimium squamulosum – Variabel kristalkopje

Diderma montanum – Dunstelig kalkschaaltje

Hemitrichia clavata – Langdraadwatje

Comatricha laxa- Open kroeskopje

Licea minima -Roestsporig sporendoosje

 

Die laatste kreeg ik te zien door de binoculair. Het is dus een toevallige bijvangst. De grootte is 0,1 – 0.3 mm.

In het veld kan je deze soort nooit vinden. Daarom  is het een zeldzaam exemplaar.

Henk Haantjes vraagt

Met enige regelmaat stuurt Henk me een foto van iets dat voor hem nog onbekend is, maar wel graag wil weten wat het is. Bij deze foto antwoordde ik:

Dit fenomeen hebben we wel eerder laten zien op de website. Het is de Peer-jeneverbesroest. Roesten zijn soms rare dingen, omdat ze zich dus hier eerder ontwikkelen op de Peer en daarna op de Jeneverbes. Zo heb je meer combinaties, zoals Daslook-schietwilroest, Klein hoefblad-beemdgrasroest, Look-wilgenroest, Cypreswolfsmelk-klaverroest, maar de meeste roesten beperken zich tot één waardplant: Boerenwormkruidroest, Distelroest, Framboosroest, etc.

Kapjesmorielje

Tijdens de excursie in de Lettelberterpetten (waar Hugo Arends nog de foto links maakte) had hij het over de Kapjesmorielje (Mitrophora semilibera (KW)) die hij verwachte dit voorjaar te gaan zien. Een paar dagen later was het al zover:

Via via werd ik door iemand getipt omtrent een vermeende stinkzwam, aangetroffen in het plukbos, hier in Beijum.
Het blijkt de Kapjesmorielje te zijn. Helemaal volgens het boekje: Op rijkere bodem, in loofbossen, parken en tuinen,
ook in stedelijk gebied, vaak tussen kruiden.

Zelf trof ik eens een bijzondere soort op een vochtige plek in onze tuin, het Vingerhoedje (Verpa conica (BE)), hetgeen bewijst dat je dicht bij huis ook best aantrekkelijke soorten kunt aantreffen.

Losse waarnemingen

Bij de waarnemingen van januari/februari had ik het over de vier eekhoorntjes die bij ons op de voedertafel komen en dat ze zijn te onderscheiden aan de kleur van hun vacht. Maar laatst zaten er drie van deze prachtbeestjes te bakkeleien wie er mocht eten, ze verdragen elkaar niet en onderling is het altijd hommeles, en alle hadden ze een vrijwel identieke roodbruine vacht. Dat maakt dat er in ieder geval zes exemplaren hier dichtbij voorkomen. Omdat er maar één op de tafel komt moeten de andere op hun beurt wachten. Dat duurde één te lang en kennelijk waren er nog zonnebloempitten in de emmer beland wat de koddige foto opleverde. De foto rechts maakte ik op bevrijdingsdag op Schiermonnikoog waar ik met vriend Erick een dagje was om te vogelen. In de Westerplas, even buiten het dorp, zagen we deze Fuut worstelen met een dikke voorn. Erick voorspelde dat het hem (of haar) niet zou gaan lukken deze naar binnen te werken,maar ik zei dat het vast wél zou gaan lukken. En het lukte uiteindelijk na veel slikken inderdaad. Daar had hij een flinke maaltijd aan!

Cees Koelewijn, coördinator