Rondom de Hoornse Plas, 11 september 2020

 

Hoewel de coördinaten van de verzamelplek altijd goed zijn aangegeven gebeurt het een enkele keer dat iemand op een andere plek staat te wachten, zoals ook deze keer. Uiteindelijk was iedereen aanwezig en bestond het gezelschap uit: Ab, Janny K., Harry, Inge, Henk P., Angela, Jan de V., Henk v.d. B., Wil, Martin, Richard en Cees. Zoals altijd wordt er na aankomst door sommigen in de naaste omgeving al wat rondgeneusd en, eigenlijk wel grappig, daarbij was in een groenstrookje voor de gestalde auto’s een zeer aantrekkelijke soort finaal over het hoofd gezien. Weliswaar een kleintje, maar wel met een opvallende kleur. Het betrof de Kabouterwasplaat (Hygrocybe insipida (KW)) die pas bij het scheiden van de markt werd ontdekt. Aan sommigen is deze waarneming voorbij gegaan, omdat ze reeds waren vertrokken.

 

Alvorens het zover was werd een rondje om de Hoornse Plas afgelegd. Wat opviel was dat op vrij veel bomen de Dikrandtonderzwam (Ganoderma adspersum) groeide, ongetwijfeld als gevolg van slordig maaien waarbij de boom wordt geraakt en een toegang ontstaat voor aantasting door schimmels. In Roden wordt met het maaien daarmee rekening gehouden om dit te voorkomen. Dat betekent wel dat ik als ’jongere’ bij de vier Ruwe berken op het gemeentelijke gazon voor ons huis met een heggenschaar de ontstane ruigte om de bomen heen bij tijd en wijle kort moet houden. Voor de echte paddenstoelenliefhebber kon er deze dag geoogst worden, want we kwamen een flink aantal exemplaren van de Grootsporige champignon (Agaricus urinascens (KW)) tegen Daarvan werd echter geen gebruik gemaakt. Enige problemen waren er bij de ontdekking van een groep paddenstoeltjes. Weliswaar werd de naam Driekleurig ruitertje (Marasmiellus tricolor) al wel genoemd, maar er was wat onzekerheid vanwege de grijze kleur (als gevolg van ouderdom?). Controle thuis bracht uitkomst waarna een fiat aan de naamgeving werd gegeven. Bij een dicht op elkaar staande kluitje inktzwammen bleven de kaken stijf op elkaar geklemd, want op enkele kenmerkende soorten na is microscopische controle altijd nodig. Inge nam deze taak op zich, maar toen ze daaraan toe was ontdekte ze dat ze waren vergaan tot een kledderige brij en werden ze weg gekieperd. Door een onzorgvuldigheidje kwam ze toch nog sporen ervan tegen en die waren zo kenmerkend dat er alsnog een naam aan kon worden verbonden. Het bleek te gaan om de Brandplekinktzwam (Coprinellus angulatus BE)) die, net als de meeste andere brandpleksoorten, op de Rode Lijst staat. Zo kan een fikkie stoken soms tot iets moois leiden!

 

Intussen deed Janny Kramer haar best om myxomyceten te vinden, iets dat door de relatief droge omstandigheden nog een hele klus werd. Toch kwamen er uiteindelijk nog drie namen op de lijst staan en de meest aansprekende was zonder meer het Worstnetwatje (Arcyria stipata) waarvan Janny een fraaie foto maakte. Bij de ontdekking van een Brandnetelklokje (Calyptella capula) vond Henk P. het nodig een argeloos passerend ouder paar, dat daar een wandeling aan het maken was, hiervan deelgenoot te maken en de ecologie ervan te verklaren. Martin kon het niet laten op te merken dat je de oude professie van Henk (onderwijzer) erin kon herkennen. Het is maar goed dat dit verleden al ver achter hem ligt, want na deze inspanning moest hij er even van bijkomen, daarbij vergezeld door Ab.

 

Op de weg terug kom je op de scheiding van de Hoornse Plas en het Hoornse Meer over een voetgangersbrug en direct ernaast ligt een andere brug voor fietsers (en gemeentelijke voertuigen). Tussen de beide bruggen hadden tal van spinnen over een lengte van enkele meters hun web gespannen en bij een ruwe schatting kwam ik tot meer dan 70 webben. Boven het wateroppervlak valt er heel wat te verschalken! Helaas lukte het niet dit fotografisch in één beeld te vangen. Deze spinnen hebben een zeer toepasselijke naam en wel Brugspin (Larinioides sclopetarius). Vroeger zag je ze nog niet veel, maar de laatste decennia wordt de soort steeds vaker gezien. Daarbij maakt hij eigenlijk alleen gebruik van kunstwerken zoals bruggen en kom je ze niet tegen in bomen en struiken.

 

Na de oversteek was de pijp bij de meesten leeg, maar en passant werden nog wel enkele soorten genoteerd. Daarbij was een groep populiermelkzwammen (Lactarius controversus) die er echter zo besmeurd uitzagen dat een foto ervan maken niet de moeite waard was. Dat lukte op het laatst nog wel bij de al eerder genoemde Kabouterwasplaat.

 

Cees Koelewijn, coördinator  

 

Voor meer foto's klik hier