juli - augustus 2021
Klein zweephaarschijfje
Op 16 juli stuurde Ab Neutel me een ietwat vage foto die hij begeleidde met de tekst: "Kommetje op eikentakje" en vergezelde dat met enkele vraagtekens. Een mooi klusje voor Henk Pras (want 'klein spul') om daar een naam aan te verbinden dacht ik en inderdaad kwam Henk met een antwoord. Hij stuurde alsmede de foto die hier is afgebeeld. Henk, kort van stof, schreef erbij: "Dit lijkt erop". Ik weet op zeker dat zijn vermoeden juist is. Het is het Klein zweephaarschijfje (Flagelloscypha minutissima), een cyphelloïde basidiomyceet, die opvallend genoeg wel regelmatig in Groningen is gevonden, maar niet in Friesland en Drenthe (zie de Verspreidingsatlas). Houd het op het bekende waarnemerseffect.
Broos vuurzwammetje
Het was in de tijd dat er nog maar bar weinig viel te beleven en dan is het mooi dat er een inzending kwam van Henny Klein die bovendien ging over een aansprekende soort. Zij meldde:
"Gelukkig valt er her en der soms weer iets te beleven qua paddo's, maar het houdt nog niet over.
Het onderstaand wilde ik je wel even melden voor de website, fotootjes bijgesloten.
Een buurtgenoot meldde me een leuke vondst: heel veel (30-40) kleine rode wasplaatjes langs de plas in ons buurtje. Ik heb ze onder de mic bekeken en kwam tot de conclusie dat het het Broos vuurzwammetje (Hygrocybe helobia (BE)) betreft. Habitat en sporenmaat kloppen en het belangrijkste: ik vond hele lange (tot zeker 300 micrometer), aan beide zijden puntige, hyfen in de lamellen.
De plasrand is venig, vrij natuurlijk begroeid en van het voorjaar overgelopen. Soms duikt het Broos vuurzwammetje onverwachts ergens op, lees ik in de Ecologische Atlas van Paddenstoelen in Drenthe (deel II, pagina 88). Voor mij was deze vondst zeker een verrassing".
Builenbrand
Soms loop je naast een maisakker plantjes te inventariseren en plotseling valt je oog op iets op een maisplant waarvan je geen idee hebt wat het is. Nou ja, het moest wel een schimmel zijn was de gedachte van Willie Riemsma, die dit fenomeen op meerdere planten aantrof. Zij vroeg of ik het wist. Dat was zo, want jaren geleden heb ik er eens een column aan gewijd en wist er nog van dat deze Builenbrand (Ustilago maydis) in Mexico ingeblikt een lekkernij is. Dat lees je ook terug op internet en voor mij is het dan het makkelijkst om daarnaar te verwijzen voor het hele verhaal: zie Wikepedia.
Ik vond het best opzienbarend dat Willie er meerdere van meldde, want zelf kijk ik er wel altijd naar uit, maar zag ze slechts twee keer eerder!
Hanenkam
Naast de foto van de Builenbrand stuurde Willie ook een foto van de Hanenkam (Cantharellus cibarius (GE)). Om me lekker te maken vermoed ik, want het is toch echt één van de lekkerste eetbare paddenstoelen. Dat vind niet alleen ik, want er zijn plenty lieden die ernaar op zoek zijn, ook om commerciële motieven. Inge Somhorst vertelde me dat bij haar (in Sellingen) auto's langsrijden waarin de bijrijder uit het raampje hangt om te speuren naar cantharellen en een andere lekkernij, eekhoorntjesbrood. Van Jan Mensinga hoorde ik een keer dat op een parkeerplaats bij hem in de buurt shoppers vol werden aangeboden (verhandeld) aan koks en zo. Eigenlijk mag dit niet, want in deze vorm is het stropen dat gemeld mag worden op 112, want deze verzamelaars moeten wel op heterdaad worden betrapt. Maar ja, wie doet dat?
Primula vialli
Heel veel mensen hebben er dit jaar ook maar weer van afgezien om vakantie te vieren of boekten iets in eigen land. Wij ook. Daarnaast was er alle tijd (dat geldt voor veel gepensioneerden) om te genieten van de tuin. De meesten van ons beschikken er over. Dit jaar heb ik extra genoten van deze fraaie Primula vialli, die ook wel door het leven gaat als de orchideeprimula. Het beroerde was altijd dat ik deze vaste plant jaarlijks opnieuw moest aanschaffen (à € 10,-), maar voorwaar, dit jaar verscheen hij spontaan in volle glorie. Inmiddels is hij verworden tot een zielig hoopje plantenresten en is het afwachten of de plant volgend jaar weer opkomt. Waarschijnlijk moet de portemonnee weer worden getrokken.
Grauwe klauwier
Samen met mijn vogelvriend Erick Turksema hebben we enkele gebieden die jaarlijks op broedvogels worden geïnventariseerd. De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat het vooral de verantwoordelijkheid van Erick is, want met mijn aftakelend gehoor ben ik geen betrouwbare inventariseerder meer. Af en toe hobbel ik mee en voer nog wel de gegevens in. Eén van de gebieden is De Kleibosch waar we nu al enkele jaren achtereen een territorium van de Grauwe klauwier mogen noteren. Dit jaar zagen we steeds alleen een mannetje die zo gewend aan ons was dat hij bereid was even uitgebreid voor mij te poseren. Het zijn sneaky beestjes, want het seizoen was alweer voorbij dat er twee keer ook een vrouwtje was gesignaleerd. Misschien zijn er zelfs wel jongen, maar dat is dit jaar allemaal door ons gemist
Hartgespan
Op afstand is Hartgespan, vergeleken met de Primula vialli, maar een vrij saaie plant. Maar als je dichtbij de bloemetjes bekijkt zien die er echt wonderbaarlijk mooi uit. Deze vrij zeldzame, inheemse lipbloemige werd me aangeraden omdat het een belangrijke plant voor insecten is. Vanwege de huidige stand van zaken wil je het deze dieren (op enkele steekbeesten na) zeker naar de zin maken. Om die reden staan er meer inheemse planten in de tuin waar veel insecten op afkomen, zoals bijvoorbeeld de Kattenstaart, Koninginnekruid en Gulden roede. Ik noem er een paar, maar er zijn er veel meer. Ik wil niet zeggen dat het zoemt in de tuin van de insecten, maar de gedachte rijst dat het wel meevalt met de stand ervan. De realiteit is echter een andere weten we.
Oliebolzwam
Vorig jaar werd deze Rhizina undulata (BE) hier al eens in het zonnetje gezet nadat hij tussen Norg en Langelo door Willie Riemsma naast een fietspad bij Fijnspar was ontdekt. Hij gaat door het leven als zijnde een brandpleksoort, maar we weten dat hij vooral een necrotrofe parasiet is die op de wortels van verschillende naaldbomen kan voorkomen. in de omgeving van Roden zijn er veel aantrekkelijke gebieden om een stevige wandeling te maken. Dat doe ik sowieso wel en heeft niets te maken met dat corona-gedoe. Zo kom ik af en toe bij het Schillenveen (waar dit jaar een excursie plaatsvindt) en trof ik behoorlijk wat exemplaren op de plek van vorig jaar. Mooi is ie niet, nou ja, mooi van lelijkheid.
Rondbladig wintergroen
Op 19 juli maakte ik met mijn vogelvriend Erick Turksema onze gebruikelijke, maandelijkse vogelrondje om het Lauwersmeer. We stonden toen versteld van de bloemenweelde. De bermen stonden vanaf Zoutkamp tot aan de zeedijk aaneengesloten vol met bloemen. Naast al genoemde soorten waren dat ook vooral Wilde peen, Pastinaak, Gewone berenklauw, Wilde cichorei, teunisbloemen etc. Wel misten we de insecten die je zou mogen verwachten. Onderweg stoppen we vaak bij 'het orchideeënveldje' ook nu, waar we o.a. dit Rondbladig wintergroen zagen. Met de Paddenstoelenwerkgroep vonden we (Richard Dijkstra) daar een keer de nietige Honingorchis. Dat was toen een hele toer om hem in die omgeving te vinden!
Oehoe
Ook nu een speciale foto van fotograaf Arjan Boer. Deze Oehoe kwam hij tegen en maakte bijgaande foto vanuit een ander perspectief dan ik zou doen. Met de vogelwerkgroep van IVN Roden ontdekte ik jaren geleden op de terugweg van een rondje Lauwersmeer iets voor Lauwerzijl een Oehoe boven de weg in een iep (de uil zat in de olmen...). Die liet zich toen nog redelijk fotograferen (een bewijsfoto heet dat dan) waar ik best tevreden mee was. Die had ik hier graag ter vergelijking afgebeeld, maar helaas kon ik hem niet terugvinden bij mijn afbeeldingen