Borgsweer 22/11 

Een memorabel uitje.

 

Bij de aankondiging van deze excursie uitte Henk van den Brink zo zijn bedenkingen vanwege een excursie die daar twee jaar eerder in oktober plaatsvond: ”Op de dijk vonden we toen niet heel veel, maar wel bijzondere soorten zoals de Bleke barsthoed. Met zo'n dijktraject is het altijd afwachten hoe het beheer is geweest. Is ie wel begraasd? Is ie recent nog gemaaid? Als je pech hebt vind je niks...”

 

Het grote verschil met toen was echter dat in deze tijd van het jaar juist hier nog vrij veel kan worden gevonden. Wanneer de omstandigheden goed zijn kan dat voortduren tot medio december. Reden genoeg om daar optimistisch gestemd een excursie te organiseren. Maar ja, wat we niet in de hand hebben zijn die omstandigheden. Die waren qua weer winters geworden – eerder werd een droge, maar frisse dag voorspeld - en de verwachting was bepaald niet ’je van het’. Ter plekke bleek dat we met een tiental bikkels waren die het allemaal zouden gaan ondervinden.

 

Alvorens aan het dijktraject te beginnen vroeg excursieleider Grishja ons of we de Essenzwam (Perenniporia fraxinea) wilden zien. We hoefden daarvoor slechts de weg over te steken waar een bosje is. Vrijwel niemand had deze polypoor eerder gezien en dus wilden we allemaal wel. Essen zien we in het hele land, maar deze zwam is zeldzaam in het noorden en het oosten van het land en op het pleistoceen. Mooi kun je hem niet noemen, want een beetje Ganoderma-achtig. Er werden genoeg foto's van gemaakt, maar helaas bereikte geen ervan onze webmaster. Bijzonder is hij wel. Op een foto van Eduard Osieck (zie NDFF Verspreidingsatlas) zie je een doorsnede van de zwam waarop minstens zes groeilagen  (jaren) zichtbaar zijn. Dus het kunnen oude jongens worden.

 

Op de dijk, en aan de voet ervan, hadden we een harde, koude wind pal tegen. Daar bleek dat er geen schapen hadden gegraasd (vanwege Blauwtong?), dat er vrij recent was gemaaid en dat het er zichtbaar had gevroren. Dat viel dus smerig tegen, want dan weet je dat je een stuk minder krijgt te zien. Wat zich er vooral aandiende waren sneeuwzwammetjes (Hygrocybe virginea (GE)), groot en klein. Toen konden we nog niet bevroeden dat we niet veel later alleen nog maar besneeuwde zwammetjes zagen en uiteindelijk helemaal niets meer. Toch werden er voordien nog een aantal aardige vondsten ontdekt. Daar was nog een wasplaat bij, min of meer verwacht, en wel het Papegaaizwammetje (Hygrocybe psittacina (GE)), hier in een laagje ijs verpakt. Bij de vondst van een Witsteelstropharia (Stropharia innuncta (KW)) was er enige twijfel, maar microscopische controle bevestigde het vermoeden dat het hem was.

 

Waar je op voorhand in dit milieu ook op kunt rekenen zijn aardtongen. We vonden drie soorten waarbij de zeer zeldzame Veelseptige aardtong (Geoglossum difforme (BE). Die was slechts één keer eerder in Groningen gevonden en de Verspreidingsatlas laat daarnaast slechts 8 stippen zien. Vermeldenswaard is zonder meer het zeldzame mestbewonende Blond borstelbekertje (Cheilymenia raripila). Die was nog maar 1 keer eerder in Noord-Nederland (Gr) waargenomen. Wat betreft de verwachte knotszwammen bleef de teller steken op 2. Naast de hier vrij algemeen voorkomende Fraaie knotszwam (Clavulinopsis laeticolor (KW)) was dat de Wormvormige knotszwam (Clavaria fragilis (KW)).

 

En toen barstte het ’noodweer’ los. Een enorme sneeuwbui (ik chargeer niet) die alles onder een flinke laag bedekte sloeg ons, gejaagd door een striemende wind, eensgezind op de vlucht, terug naar de beschutting van onze voertuigen. Het betekende gelijk het einde van ons uitje. Grishja meldde later: ”Het was inderdaad een memorabele excursie. Qua duur en soortenlijst waarschijnlijk de kortste ooit…

 

Dat eerste klopte wel, maar één keer eerder, eind augustus 2003, kwamen we net als nu niet verder dan 25 namen op de lijst. En dat was toendertijd vooral te danken aan wijlen Henk Pras, die met aandacht een artikel in Coolia had gelezen (van M. Nauta & R. Enzlin) over het voorkomen van Trochila ’s in Nederland (’de putdekselpolka’). Dat leverde toen drie extra namen op. Die excursie was extra memorabel omdat we op een gegeven moment één van de vier deelnemers misten: Rob Chrispijn). Hij was in het fraaie gebied De Zuursche Duinen op een mooi plekje in slaap gevallen…

 

 

 

 

Cees Koelewijn, coördinator

Klik op de foto voor een vergroting

Vol goede moed op pad, foto: Cees Koelewijn

Sneeuwzwammmetjes: foto: Tineke Schwab

Papegaaizwammetje, foto: Ria Ippen

Witsteelstropharia, foto: Grishja van der Veer

Wormvormige knotszwam, foto: Grishja van der Veer

Op de vlucht, foto: Jan de Vries

Aan de voet van de dijk, foto: Tineke Schwab

Fraaie knotszwam, foto: Tineke Schwab

Blauwgrijze schorsmycena, foto: Tineke Schwab

Koude Kleverige aardtong, foto: Grishja van der Veer

Bleekgele mycena, foto: Tineke Schwab

Leuke hobby hoor; paddenstoelen zoeken, foto: Ria Ippen