Mycena citrinovirens

(Dromen zijn bedrog)

Op 6 oktober waren we met de werkgroep actief op het immer verrassende Buinerveld. De vondst van de dag betrof een zeer kleine mycena waarvan we overtuigd waren dat het iets bijzonders was. Henk Pras en ik stuitten in het boek 'The genus Mycena s.l.' (van o.a. A. Aronson) op blz. 100 op Mycena citrinovirens die er sprekend op leek. Na (vrij oppervlakkige) microscopische controle was er de overtuiging dat het hem wel moest zijn en dat zou betekenen dat dit een nieuwe mycena voor Nederland zou zijn. Er werd zelfs al nagedacht over een toepasselijke Nederlandse naam! Om de zaak bevestigd te krijgen werd materiaal gestuurd naar Inge Somhorst en zij kwam met de volgende reactie:

"Ik heb vrij uitgebreid naar de Mycena gekeken, hoedhuid, hymenium, steelhyfen, amyloidreactie etc.
Veel klopt wel aardig met M. citrinovirens, sporen aan de kleine kant maar dat hoeft niet zo'n probleem te zijn. De vorm van de cystiden is wel iets anders dan getekend in het Mycena-boek.
Maar erger: hij heeft duidelijke gedifferentieerde eindcellen aan de steelhyfen, en hij heeft gespen. Dat heeft M. citrinovirens allebei niet. Ik denk dat het een van de vele M. filopes-achtigen is, juist vanwege de vorm van de cheilocystiden en van de steelhyfen-eindcellen, de andere kenmerken zijn er niet mee in tegenspraak.
Ik zal wat over is (valt mee hoor) bewaren, we kunnen hem ook nog naar Mirjam Veerkamp sturen. Ik heb ook mic-foto's gemaakt".

Dat was een lelijke streep door de rekening, maar ja, zorgvuldigheid is immer een vereiste. Het noopte me er wel toe de tekst bij het verslag op de website aan te passen...

Cees Koelewijn