Juni 2021

Rhododendronknopvreter, foto: Henk Pras

Eigenlijk hoort deze waarneming nog bij die van een maand eerder, want Henk stuurde deze foto van de Seifertia azaleae namelijk al op 29 mei. Ik kan wel een heel verhaal over deze exoot schrijven, maar via de volgende link vind je het complete verhaal: https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=25964

 

Azuurwaterjuffer (tandem), foto: Arjan Boer

Arjan (beroepsfotograaf) stuurt me met enige regelmaat prachtige foto's en dit is er één van. Het is toch ingenieus zoals de voortplanting van deze (zeer) algemene juffer geschiedt.

Zwavelzwam, foto: Arjan Boer

Ook voor paddenstoelen heeft Arjan steeds meer oog en hij was ronduit enthousiast over deze Laetiporus sulphureus. Dat temperde ik wel een beetje en verwees hem daarbij naar pagina 365 van de Veldgids Paddenstoelen in Noordenveld waar de Zwavelzwam er een stuk gekleurder op staat. En vaak zijn ze nog mooier! Mijn eerste ervaring met deze (soms) fraaie zwam dateert van twintig jaar geleden toen wij i.h.k.v. het Paddenstoelenmeetnet door Mirjam Veerkamp een ons toegewezen plot in het Norgerholt verkenden. Direct bij de ingang van het bos stond deze zwam te pronken en Mirjam vroeg ons of we deze zwam wel kenden. We moesten het antwoord schuldig blijven, want alles was nieuw voor ons, maar die 'rode met witte stippen' kenden we wel. Gelukkig hebben we sindsdien er wel het e.e.a. bijgeleerd...

Kattenstaartranjekelkje, foto: Henk Pras

Op 15 juni waren Henk Pras en ik in het verre oosten op bezoek bij Inge en Inge (en Johnny en Willem). Een korte impressie van dit bezoek vinden jullie iets verderop. Uiteraard was er aandacht voor opvallende natuurzaken en één betrof de vondst(en) van deze tamelijk minuscule Lachnum salicarae. De ervaring van de laatste jaren leert dat er op dit gebied nog een wereld is te ontdekken en dan is het mooi dat er lieden zijn die zich hiermee willen bezighouden.

Gewone krabspin, foto: Henk Pras

Een ander 'kleintje', want zo mag hij wel genoemd worden, is deze krabspin. Het vrouwtje meet nog geen cm en het mannetje komt niet verder dan de helft. Deze spinnen maken geen web maar liggen op de loer om prooien onverhoeds te overmeesteren. Daarvoor gebruiken ze hun eerste en tweede paar poten. Je zou ze struikrovers kunnen noemen, maar komen ook wel in grasvegetaties voor en zelfs in open gebieden. Op de foto zie je het vrouwtje dat een eipakketje bewaakt

Rouwrandmoskommetje, foto: Henk Pras

Henk heeft in de loop der jaren inmiddels een imposante lijst met namen van waarnemingen van paddenstoelen in eigen tuin opgebouwd, waaronder het nodige 'Klein Spul'. Dit kommetje (Bryoscyphus atromarginatus) is er één van en die leidt mogelijk (vrijwel zeker) een zwak parasitische leefwijze, hier op een levermos. Voor 1990 stond dit ascootje nog niet vermeld op de Verspreidingsatlas, maar inmiddels staat hij in 25 hokken genoteerd, waarvan 7 zich in de provincie Groningen bevinden en geen in Drenthe en Friesland. Dat noemen we dus een waar-nemerseffect.

Geelbruine plaatjeshoutzwam, foto: Ab Neutel

Ab, onze oudste lid van de werkgroep, is altijd verontrust dat we iets niet hebben meegekregen. Dat gold nu voor deze Gloeophyllum sepiarium die hij in het Mensingebos bij Roden had gefotografeerd. Ik kan Ab bij deze mededelen dat deze waar-neming ons niet is ontgaan en in het databestand is ingevoerd.

Bij Inge en Inge (foto's: Cees Koelewijn)

Zoals reeds gememoreerd waren Henk Pras en ik (Cees K.) op bezoek bij de Inge's en partners. Inge en Johnny (l.b.), bij wie we vorig jaar nog in Altena op bezoek waren, zijn verhuisd naar een kast van een huis op een mooi plekje ten westen van Veele boven Vlagtwedde waar de Ruiten-Aa in hun achtertuin stroomt. Daar hebben ze meerdere hectares grond waarvan een deel extensief wordt beheerd. Omdat ze allerlei beestenspul hebben is daarmee bij de inrichting tevens rekening gehouden. Ze hebben er nog wel wat te klussen te klaren, maar in hun tuin staat inmiddels al een kloeke kas waarin ze allerlei leuke plantjes plantjes kunnen (op)kweken, o.a. voor hun moestuin. Het is daar lekker rustig (over de weg voor hun huis rijdt maar weinig langs, i.t.t. Altena waar het verkeer over de N386 (Peize Donderen) hinderlijk langsraasde) en met de, soms kloeke zomereiken in de berm (m.o.) valt er dit najaar vast wel het e.e.a. te beleven.

Ook bij de andere Inge (en Willem (r.b.)) is het lekker rustig, hoewel het op hun vorige plekje in Glimmen ook vrij stil was. Weliswaar hoorde je daar regelmatig de trein langskomen, maar dat was in een oogwenk voorbij. Op een gegeven moment hoor je dat niet meer. Zij wonen er in een mooie rietgedekte, degelijke woning iets boven het dorp Sellingen. Wat bij hen achter hun huis wel opvalt zijn de hoge windmolens in Duitsland, maar, zeggen ze, daar hebben ze helemaal geen last van. Bovendien kun er er buiten zitten zonder uitzicht erop. We hadden wat planten meegenomen wat in dank werd aanvaard. De tuin is iets waar nog wel iets aan kan veranderen, maar voor de rest kwamen ze in een tamelijk gespreid bedje terecht. We zijn uiteraard benieuwd hoe vaak we beide dames straks nog op de excursies mogen begroeten, want het is dan van daaruit wel een eindje rijden.

Rouwkwikstaart

De Witte kwikstaart is een algemene verschijning die we allen wel kennen. Eén die er verwant aan is is de Rouwkwikstaart. Omdat op de site van De Onlanden een keer een foto verscheen (van een Rouwkwikstaart) waarover ik twijfels had werd ik later, als 'deskundige' benaderd door Michel Wijnhold, coördinator van de waarnemingen en inventarisaties in De Onlanden om over een foto (links) die hij had gemaakt een oordeel te vellen. Daarop is duidelijk te zien dat het een mannetje is met een egaal zwarte rug. Zeer toevallig kwam ik in dezelfde week met mijn vogelvriend Erick Turksema, tijdens onze maandelijkse Lauwersmeerronde, ook een Rouwkwikstaart tegen, maar dan van het vrouwelijke geslacht. Die heeft een iets lichtere, een beetje vlekkerige rug. De bekende Witte kwikstaart daarentegen heeft een lichtgrijze rug.