Waarnemingen mei - juli 2023

Gewone soorten

Wil Folkers stuurde deze foto's al eind maart, maar werden toentertijd over het hoofd gezien. Omdat het best mooie foto's zijn krijgen ze hier alsnog een plekje. Nou staat in de aanhef dat het hier 'gewone soorten' zijn, maar de vraag is wel of dit ook geldt voor hetgeen rechtsboven is te zien. Het is al eens eerder benoemd, maar is niet direct terug te vinden en dus wordt gevraagd of iemand het weet. Verder zien we het Gewoon fluweelpootje (Flammulina velutipes, Echt judasoor (Auricularia auricula-judae) en de Krulhaarkelkzwam (Sarcoscypha austriaca).

Excursie MWG

Tijdens een excursie in april van de MWG bij het Van Starkenborghkanaal, waar ik (Cees) niet bij was, maakte Leo de Vries bijgaande foto's. Bij de hier afgebeelde houtzwam denk je al gauw aan de Voorjaarshoutzwam (Polyporus cillatus) gezien de wel zeer fijne, nauwelijks zichtbare poriën. Bij de Winterhoutzwam (P. brumalis) zijn deze wel goed zichtbaar. De inventarisatielijst kan uitkomst bieden.

Satijnzwam

Gemakzucht leidt we eens tot foute conclusies blijkt af en toe. Ipie Pater had de zwammen hiernaast al enkele jaren in haar tuin staan en vermoedde dat het de Bruine bundelridderzwam (Lyophyllum decastes) was. Maar als je de roze plaatjes ziet van deze kloeke verschijning weet je dat het een satijnzwam is en wel de Harde voorjaarssatijnzwam (Entoloma clypeatum). Het was dat een vlindervriendin van Ipie met dezelfde soort aan kwam zetten, die net als bij haar bij een Krentenboompje groeide. Dat zette haar aan het denken. Die bundelzwam is trouwens een najaarssoort die pas in augustus verschijnt en zijn optimum kent in oktober. Naast uiterlijke kenmerken verdient het dus altijd aanbeveling op meer zaken te letten zoals waar, onder welke omstandigheden en dus wanneer je paddenstoelen ziet.

Vezelkop spec.

Gewone weidechampignon...

Roodgerande houtzwam

Zwavelzwam

Zadelzwam

Geaderde leemhoed

Ruitjesbovist

Er is altijd wel wat te vinden

In de droge periode in juni, begin juli, was er maar weinig te beleven, maar als je er oog voor hebt valt er altijd wel wat te ontdekken. Dat bewees Hugo Arends die me een trits aan foto's stuurde waarvan hier een deel is geplaatst. Bij de vezelkop was er enige twijfel of hij wel tot dat geslacht hoorde, maar dat klopt wel. Verdere gegevens waren er niet en dan blijft zoiets onbenoemd. Overigens moeten vezelkoppen bijna altijd microscopisch op naam worden gebracht. Bij de Gewone weidechampignon (Agaricus arvensis) kan gezegd worden dat deze erg vroeg verscheen. Meestal zie je ze pas in het najaar. De Geaderde leemhoed kende Hugo niet. Deze soort werd (mondiaal) pas in 1999 voor het eerst ontdekt in Rotterdam en in 2003 officieel als nieuwe soort beschreven. We komen hem af en toe tegen en wel op ietwat broeiende hopen houtsnippers.

Aangebrande orchis

Aapjesorchis

Bergnachtorchis

Bijenorchis

Bokkenorchis

Gevlekte orchis

Gewone tongorchis

Hondskruid

Lange tongorchis

Ophris oceanica, 3 verschillende varianten

Ophris sulcata

Poppenorchis

Vliegenorchis

Orchideeën in Zuidwest Frankrijk

 

De tweede helft van mei waren we op vakantie in de streken Périgord en Lot in het zuidwesten van Frankrijk, respectievelijk ten noorden en ten zuiden van de rivier de Dordogne. Die bestemming hadden we gekozen omdat je er fijn kunt wandelen door mooi landschap met niet te grote hoogteverschillen. Een prettig neveneffect was dat we werden getrakteerd op een rijkdom aan bloeiende planten in het algemeen en orchideeën in het bijzonder.

Veruit de algemeenste orchidee was Hondskruid. Die zagen we werkelijk overal: hooi- en weilanden, bermen, randen van bospaden en gazons stonden er vol mee. We zagen particuliere gazons waar netjes om de hondskruidplanten heen was gemaaid. Bij elkaar moeten we honderdduizenden exemplaren van deze soort gezien hebben. Op ruime afstand – maar nog altijd behoorlijk algemeen – volgde als tweede de Bokkenorchis. Een forse plant, die er van een afstandje weinig kleurrijk uitziet, en bovendien nogal slordig, met die rare gedraaide bloemuitsteeksels. Maar wat zijn die verlengde bloemlippen bijzonder als je ze van dichtbij bekijkt! 

Minder talrijk maar wijd verbreid waren Bergnachtorchis en Bijenorchis.  Laatstgenoemde is de bekendste – ook in Nederland voorkomende – soort van het geslacht Ophrys oftewel spiegelorchis. Dat zijn die orchideeën die met hun bloemen een bepaald soort insect imiteren en zo de mannetjes van die soort (hommel, bij, vlieg) aantrekken. Die proberen met de bloemen te paren en vervoeren zo het stuifmeel. We kwamen nog een paar soorten van dit geslacht tegen, waaronder de Vliegenorchis. Die zagen we onder andere op het Plateau d’Argentine, een kalksteenplateau met een onvoorstelbare bloemenrijkdom. Het centrale deel is nota bene in gebruik als vliegveld! Nou moet je je daar bepaald geen Schiphol bij voorstellen: het was er doodstil toen wij er waren en het zou ons niet verbazen als er al een maand of langer geen vliegtuigje opgestegen of geland was. Hier vonden we – naast heel veel  exemplaren van de Poppenorchis – nog een spiegelorchis: Ophrys sulcata. Niet de spectaculairste soort, wel een bijzondere. Een officiële Nederlandse naam heb ik niet kunnen vinden. Het is een ‘submediterrane’ soort, die voornamelijk in de noordwestelijke randzone van het mediterrane gebied voorkomt.

Verder zuidelijk, in de Lot, kwamen we ‘Ophryssen’ tegen die wat op Bijenorchis leken, maar een langere lip hadden. Hoewel ze onderling nogal verschilden, kwam ik toch steeds uit op Ophrys scolopax (Sniporchis). Ik heb de foto’s voorgelegd aan orchideeënexpert Hans Dekker, en die meldde: “Ophrys scolopax komt volgens de laatste stand van zaken alleen rond de Middellandse Zee voor. De scolopax-achtigen in jouw gebied behoren tot Ophrys oceanica (zeg maar de westelijke scolopax). Let wel, O. oceanica is nog niet formeel beschreven.” Een nieuwe soort dus, maar blijkbaar net zo variabel als de oude!

Op een van de wandelingen in de zuidelijke Périgord kwamen we langs zomaar een anoniem hooilandje, gewoon boerenland, met een soortenrijkdom waar zelfs de meeste natuurgraslanden in Nederland niet aan kunnen tippen. Vertrouwde verschijningen als Veldzuring, Echte koekoeksbloem, Grote ratelaar, Kroonkruid, Blauwe knoop en Duifkruid stonden er, naast Gulden sleutelbloem, Gewone vleugeltjesbloem en nog veel meer. Hier bloeide massaal de Gevlekte orchis, maar het hoogtepunt vormden de paar bloeiende exemplaren van de Aangebrande orchis. Kwam ooit in Nederland voor, maar is daar uitgestorven.

Nog in ons land aanwezig maar wel hyperzeldzaam is de Aapjesorchis die we op enkele plekken in de Lot tegenkwamen. De naam verwijst naar de bloemlip, die op een aapje lijkt, duidelijk van het mannelijk geslacht. Het kon ook een mensenmannetje zijn, maar ja, er is al een Mannetjesorchis. Over een bepaald detail van het aapje/mannetje zijn al veel flauwe grappen gemaakt. Bekijk de foto goed en je kunt je wel ongeveer voorstellen welke.

Als laatste verrassing kwamen we twee soorten tongorchissen tegen: de Gewone tongorchis (Serapias lingua) en de Lange tongorchis (S. vomeracea). Ook weer gewoon in een boerenhooiland! Over de Gewone tongorchis meldt Hans Dekker dat ie vaak klonen produceert en daardoor op geschikte plekken massaal voorkomt: “prachtig om te zien.” Waarvan akte.

 

Henk van den Brink

Heet van de naald

We begonnen met 'oud nieuws' van Wil Folkers en sluiten nu af met een foto van haar van de Ruige weerschijnzwam (Inonotus hispidus (KW)). Deze vond op ze 25 juli samen met Ipie Pater in een oude appelboomgaard in Een-West. De dames waren daar aan het vlinderen en wel specifiek op zoek naar wespvlinders. Of ze die ook zijn tegengekomen werd niet vermeld.