Natuurschoonbos, 11 november 2022

 

Het Natuurschoonbos tussen Nietap en Roden is sinds jaar en dag een vast onderdeel van het excursieprogramma van de werkgroep. Dit jaar was alles een beetje anders. Ten eerste ontbrak coördinator Cees om gezondheidsredenen. Ondergetekende was als vervanger aangesteld. Ten tweede was de startplaats een andere: vanwege ‘te verwachten krapte’ op de parkeerplaats bij het oude hertenkamp weken we op aanwijzing van Cees uit naar de ingang van de Toutenburgsingel, die iedereen wonderwel wist te vinden. Ook het door hem verordonneerde carpoolen, verder de laan af, verliep soepel. Zo waren we meteen in het hart van het gebied en hoefden we ’s middags niet te verkassen. Maar goed ook, want ik moest om twee uur weg en dat bleek voor iedereen het sein om het voor gezien te houden. Met verplaatsing was het een wel héél kort middagdeel geworden.

 

De speurbrigade van vandaag bestond uit Annet, Geertje, Hans, Henk Haantjes (tot het middaguur), Hugo, Immy, Ipie, Jan, Martin (zonder Leo en dus met de fiets gekomen), Tineke en schrijver dezes. Voor een paar deelnemers was deze klassieker nieuw; zij hadden hoge verwachtingen op basis van wat ze over het gebied gehoord/gelezen hadden. Misschien had ik er goed aan gedaan die verwachtingen wat te temperen, want zelf was ik niet zo optimistisch gestemd en dat bleek ook wel terecht. Dit rare paddenstoelenseizoen lijkt een beetje als een nachtkaars uit te gaan. We kwamen uiteindelijk in totaal iets boven de tachtig soorten uit, met de kanttekening dat er misschien een paar soorten meer onbenoemd bleven dan anders. Maar goed, je ziet toch altijd wel wat leuke dingen.

 

In het Natuurschoonbos liggen twee ‘meetpunten’ in het kader van het landelijke paddenstoelenmeetnet en daar was het vandaag om te doen. Vroeger waren dat twee strak begrensde laantrajecten, sinds een paar jaar zijn het kilometerhokken met een min of meer vaste looproute. We deden nu eerst het zuidelijke hok, waardoor we het noordelijke niet meer afkregen. Daar moesten we ons beperken tot het bosgedeelte bij de plas Vagevuur (een pingoruïne) en de beukenlaan die langs het hertenkamp loopt. Aan de strook bos langs de Vagevuurselaan kwamen we niet meer toe, en daardoor moesten we het op voorhand zonder van hier bekende soorten als Wortelende boleet en Weidewasplaat doen.

 

Een paar andere specialiteiten van het gebied zagen we wel, zij het mondjesmaat. Zoals de Rimpelige gordijnzwam, met zijn paarse steel een aantrekkelijker paddenstoel dan zijn naam doet vermoeden. Ik kende hem van het noordelijke deel, nu stond hij in de beukenlaan in het zuidelijke. Ook de Trechtercantharel vonden we, al was het slechts één groepje. Dat waren er weleens meer. Erg leuk vond ik zelf de Zeepzwammen die op precies dezelfde plek stonden als waar we ze jaren geleden zagen: aan de rand van een greppel langs de laan iets ten zuiden van de grote stenen bank. Zowel Fijn- als Grofplaatrussula waren nadrukkelijk aanwezig en één exemplaar van laatstgenoemde leverde een fraai ensemble van de Poederzwamgast op. Symbionten van de beuk, zoals Beukenrussula, Stevige braakrussula en Grijsgroene melkzwam, waren nog redelijk vertegenwoordigd. De Gewone heksenboleet verdient vermelding vanwege de mooie verse exemplaren die we vonden.

 

De (korte) middagpauze werd opgeleukt door een groepje van enkele tientallen gezellig kwetterende sijsjes hoog in de bomen. Het gezelschap beneden deed er overigens niet veel voor onder.

 

Henk van den Brink

 

 

Klik hier voor meerdere foto's

Klik op de foto voor een vergroting

Sfeerplaatje, foto: Geertje Geertsma

Trechtercantharel, foto: Tineke Schwab

Zeepzwam, foto: Immy Boonstra