Vrijdag 28 oktober – Lauwersmeer
Dertien mensen verzamelden zich rond tien uur op deze zeer zachte vrijdagmorgen bij de parkeerplaats van het Staatsbosbeheerkantoor annex Activiteitencentrum aan De Rug. Om daar meteen weer in de auto te stappen op weg naar een parkeerplaats ruim een kilometer noordelijker en daarmee dichter bij het doel van de dag, het Lauwersoogbos. Daar kon de gezamenlijke excursie van de Paddenstoelenwerkgroep Noordenveld en de Mycologische Werkgroep Groningen dan echt van start gaan. Onder de genoemde dertien waren voornamelijk vertrouwde gezichten en bijbehorende namen: Geertje, Hans, Harry, Inge, Janny, Leo, Martin, Tineke, Wil, excursieleider Roel en schrijver dezes (Henk). Maar ook twee nieuwelingen: Annet Elsinga en Grishja van der Veer. Grote afwezige was Cees, die deze dag tot zijn spijt aan zich voorbij moest laten gaan. Vandaar dat hij mij had gecharterd om dit verslag te schrijven.
Beide nieuwelingen bleken behept met een niet te stuiten enthousiasme en een behoorlijke paddenstoelenkennis, en vooral ook veel kennis van de plaatselijke situatie, want ze hadden hier (onafhankelijk van elkaar) allebei recent nog rondgekeken. Daardoor wisten ze ons bijvoorbeeld te vertellen waar we mooie exemplaren van de Zalmzwam en talrijke exemplaren van de Kleine bruine bekerzwam konden zien. Dat zou ook gebeuren, al was dat pas tegen het einde van de dag. In zekere zin was de hele excursie één lange omweg naar deze kleinoden.
We begonnen met het stukje grasland aan de rand van het bos, ingeklemd tussen de weg naar het dorp en de doorgaande weg (de N361). Dat zag er aanlokkelijk uit, zoals veel graslandjes in dit gebied: redelijk schraal en met veel kruipwilg. De eerste paddenstoel waar we uitgebreid bij stilstonden was een gewone viltkop. Roel gaf een heldere uitleg over de herkenning van deze soort, met de opmerking dat we nog veel meer exemplaren zouden zien. Waarvan akte. Minder triviale soorten stonden er ook. Zoals een paar felgekleurde, redelijk forse wasplaten, waarbij het om de Puntmutswasplaat bleek te gaan. Ik had ze al voor Zwartwordende wasplaat uitgescholden, vanuit mijn ervaring dat dergelijke wasplaten, of ze nu geel, oranje of rood zijn, uiteindelijk toch altijd deze soort blijken. Wéér fout… De zwartwordende- stond er trouwens ook, maar grappig genoeg waren dat hier dan weer allemaal hele kleine, iele dingetjes. Opvallend aanwezig in grote groepen was de Geringde ridderzwam. Dat lijkt wel een Lauwersmeer-specialiteit; ik herinner me dat we hem bij eerdere excursies elders in dit gebied ook veel tegenkwamen en elders heb ik er nooit zo veel bij elkaar gezien.
Het Lauwersoogbos is zoals alle bossen in het Lauwersmeergebied tamelijk gevarieerd: plekken met veel wilgen, stukken gemengd bos van vooral eik, esdoorn en berk, en sparren- en dennenbos. Dan vind je dus ook veel soorten paddenstoelen. Echte klappers waren er misschien niet bij, maar onder meer de Fijnschubbige parasolzwam was de moeite waard. Als ik op Verspreidingsatlas kijk, is ie nieuw voor het gebied. Veel aandacht kregen verder Gewoon varkensoor, Donker hazenoor en Schotelkluifzwam. Het grasland aan de noordkant van het bos bracht fraaie groepjes van de Gegordelde gordijnzwam, naast veel Wilgenrussula en opnieuw geringde ridderzwammen.
Midden in dat grasland klonk ineens een kreet: Annet schrok zich een ongeluk van een snip die vlak voor haar voeten opvloog, meldde ze. Vloog ie zigzaggend of recht, vroeg ik. Recht dus. Ik wist genoeg: verdorie, weer een Bokje gemist. Zo vaak zie je zo’n beestje niet, hij is zo goed gecamoufleerd en weet zich zo goed te drukken dat je er letterlijk (bijna) tegenaan moet lopen. Toch nog even naar de plek toegelopen en waarachtig, daar kwam het Bokje vanaf links aanvliegen, kennelijk om terug te keren op de oude plek, tot ie mij zag en doorvloog. Zo kon ik hem alsnog mooi bekijken en had ik de verrekijker niet helemaal voor niets meegenomen.
De middag vorderde al aardig toen we opnieuw het bos in gingen. Dat leverde, naast massa’s Broze russula’s en Narcisridderzwammen en genoeg Groene knolamanieten voor een massamoord, onder meer Groenwordende koraalzwam op, fotogenieke Peksteel en dus die zalmzwammen (met op dezelfde stam ook Viltig judasoor) plus meerdere vierkante meters vol Kleine bruine bekerzwammen. Een perfecte bundel Prachtvlamhoeden was voor de fotografen ook onweerstaanbaar. Er bleven soorten aangedragen worden, maar inmiddels hadden sommigen, onder wie ondergetekende, wel de tong op de schoenen en de pijp leeg. Na de nodige zachte aandrang lukte het uiteindelijk om iedereen iets na half vijf (!) weer bij de auto’s te krijgen. Wat een stel diehards!
Henk van den Brink
Voor meerdere foto's klik hier