Meetpunt Buinerbosje

 

Misschien waren ze bang dat ze geroyeerd zouden worden als deelnemer van de werkgroep vanwege een jaar lang geen acte de présence geven bij de inventarisaties, want opvallend was het wel dat maar liefst drie mensen, Marian, Henny en Geert, bij het sluiten van de markt plotseling voor het eerst aanwezig waren. Nou zijn we wel streng in de leer, maar toch ook niet zo erg dat we tot zo’n rigide represaille overgaan, hoewel dat bij nog een jaar afwezigheid niet valt uit te sluiten. Er zijn grenzen. Naast deze drie ’eerstelingen’ waren Hans, Jan, Cees, Inge, Tineke en Annet aanwezig. De laatste had er een behoorlijk reisje voor over, want vanuit Friesland was ze zo’n anderhalf uur onderweg om op de plaats van bestemming te komen. Dat zal Janny Kramer (helemaal uit Heerenveen) ervan hebben weerhouden in de auto te stappen. Dat was wel jammer, want juist vandaag viel er een scala aan myxomyceten te bewonderen. Wel had ze een opmerking over een naam bij een foto. Abusievelijk werd eerst het Glanzend druivenpitje (Leocarpus fragilis) genoemd, maar die staan of zitten op korte steeltjes. Hier hangen trosjes aan gele steeltjes, een kenmerk van het Troskalknetje (Badhamia utricularis). Aanvankelijk zijn ze geel, maar verkleuren later bij rijping naar blauw en grijs.

 

Nadat we de auto’s bij het befaamde Buinerbosje hadden gestald verkenden we eerst de strook loofbomen met vrij rijke ondergroei. Daar ligt vrij veel dood hout en dat leverde tal van navenante soorten op, waaronder enkele trilzwammen. Vooraf was het gissen wat we hier en elders in het bos zouden aantreffen, maar dat viel uiteindelijk best wel mee met ruim 80 soorten. In dit loofbosgedeelte zijn mooie soorten gevonden, waaronder parasol- en satijnzwammen. Vandaag moesten we het onder meer doen met de Vleeskleurige zalmplaat (Clitopilus geminus). Een andere vertegenwoordiger van dit geslacht ontdekte Inge Somhorst op een eikenstobbe, de Schelpjesmolenaar (C. hobsonii). Goed om te weten: er zijn 9 zalmplaten en 6 molenaars. Er is daarnaast ook nog de zeer zeldzame Kattenoorzwam (C. passereckianus) die paardenmest als substraat prefereert. Naast twee andere waarnemingen is deze soort ook een keer in Groningen waargenomen. Mooi trouwens dat Inge er vandaag bij was, want dat leverde ook nadien nog mooie en bijzondere soorten op.

 

Net als bij vorige inventarisaties vonden we vandaag hier weer de bekende soorten van de Rode Lijst, zoals de Kleine sparrenrussula (Russula nauseosa (KW)) waarvan we zowaar nog een exemplaar vonden. Van de Amandelslijmkop (Hygrophorus agathosmus (EB)) vonden we er iets meer en ook nu kwamen we nogal wat van die moeilijk te determineren grauwkoppen tegen. Eén ervan kreeg een naam: de Vloksteelgrauwkop (Lyophyllum boudieri BE)). Andere bekende soorten die we vonden waren o.a. de Rimpelige koraalzwam (Clavulina rugosa (KW)) en de Groenwordende koraalzwam (Ramaria abietina BE)). Tevens konden we later nog enkele vezelkoppen noteren, waaronder de Bruine zandvezelkop (Inocybe subcarpta (BE)) en de Bleeksporige vezelkop (I. soluta). Beide soorten waren bij eerdere gelegenheden daar al eens eerder gevonden.

 

Na de middag verliet Geert ons, zulks tot grote verbijstering van hondje Wanda die met Geert mee was. Begrijpelijk, want als je van verschillende mensen lekkere hapjes krijgt toegestopt was een langer verblijf voor haar zeer wenselijk. Het was dan ook zichtbaar met grote tegenzin dat ze ons verliet. Inmiddels waren we op het eind van het perceel met fijnsparren gekomen en werd de weg terug aanvaard. Dat ging over het pad dat het sparrenbosje scheidt van een loofbos. Zo konden we nog wat ’vergeten’ soorten bij de sparren noteren en ook het loofbos leverde nog het een en ander op. Daar waren geen spectaculaire zaken bij, maar dat werd ook niet verwacht. We waren best tevreden met de oogst en vooral dat er nog verschillende mycorrhizasoorten bij waren.

 

Achteraf kwamen er nog determinaties van Inge en de meest opvallende (en onopvallende) soort daarbij was een harshaarveegje (Basidiodendron groningae) die één keer in het Lauwersmeergebied is gevonden door Roeland Enzlin. Deze lijkt op het Ruwsporig harshaarveegje (B. caesiocinereum) en is daarvan afgesplitst. En dan waren er nog de nodige wimperzwammen, maar daarover is nog geen uitsluitsel te geven.

 

 

Cees Koelewijn, coördinator

 

 

 

 

 

 

 

 

Voor meerdere foto's klik hier

 

Klik op de foto voor een vergroting

Marian, Inge en Cees, foto: Tineke Schwab

Amandelslijmkop, foto: Tineke Schwab

Rimpelige koraalzwam, foto: Geert de Vries

Groenwordende koraalzwam, foto: Hans Post

Helaas, geen brandpleksoorten, foto: Cees Koelewijn