Fijnsparreservaat als lokkertje, 11 oktober 2019

 

Niet dat we het echt nodig hebben, lokkertjes, maar soms scheelt het wel dat er iets speciaals op het programma staat waarvoor extra belangstelling is. Vooraf was echter slecht weer voorspeld (dat viel in de praktijk reuze mee) en wellicht schrok dat mensen af. Wat dan overblijft mag je ’het gestaalde kader’ noemen, dat bestond uit: Klaas en Johanna, Ubel, Harry, Henk P., Geert en Cees. Willy sloot zich ’s middags bij het gezelschap aan.

 

Het was de bedoeling de eikenlanen in Veenhuizen te bezoeken, maar omdat bewezen was dat er in het bos meer te vinden zou zijn werd er vanaf de parkeerplaats op weg naar het bos slechts de berm bij de Koepelkerk bekeken. Deze staat onder meer bekend om de vele Elfenwasplaten (Hygrocybe ceracea (GE)) die we daar vaak treffen, maar kennelijk was het daarvoor te vroeg. Wel troffen we een andere Rode lijst-soort, namelijk de Amandelrussula (Russula grata (BE)). Die vinden we jaarlijks op die plek en het was één van de vele russula’s deze dag. Via het witte loopbruggetje tegenover de kerk staken we het Veenhuizerkanaal over en doken het bos in. Meestal buigen we daar naar links af, maar nu ging het rechtsaf met het voornemen  naar de ijsbaan te gaan. Goede voornemens zijn er wel vaker, maar het aanbod van paddenstoelen was zo groot dat het een korte lus werd en het beoogde doel buiten beeld bleef. Veel ’gewone’ soorten werden genoteerd en uiteraard waren er ook opvallende bij. Dat gold zeker voor de Violette gordijnzwam (Cortinarius violaceus) die de laatste tijd op meer plekken wordt gezien. We zagen deze statige verschijning ook in De Kleibosch en het Natuurschoonbos.

 

Omdat we met Willy hadden afgesproken op tijd terug te gaan werd het dus maar een kort ochtendrondje. ’s Middags stond het sparrenreservaat op het programma, waarvoor Rob Chrispijn zich sterk had gemaakt dat het er kwam. Daarvoor was echter beloofd naar de Drentse Weg te gaan, speciaal voor één soort, namelijk de Spechtinktzwam (Coprinopsis picacea (BE)). Die was daar in 2013 tijdens een excursie onder een beukenhaag op houtsnippers ontdekt en was de enige vondst in Drenthe. Het stond ons nog goed bij dat de bewoner onze aanwezigheid niet erg op prijs stelde. Daar aangekomen leek het er op dat deze attractieve inktzwam niet meer aanwezig was totdat er toch nog een exemplaar werd ontdekt en iets later nog één. Zulks tot groot enthousiasme van de aanwezigen, want de meesten hadden hem nog nooit eerder gezien en dus werd er druk gefotografeerd. Onze activiteit bleef echter niet onopgemerkt, want de bewoner was aanwezig en kwam ons (wederom) heel boos vertellen dat we moesten opsodemieteren. Daar kwam het eigenlijk op neer. We hebben daar gevolg aan gegeven, maar dat pas nadat eenieder zijn/haar plaatje had geschoten. De lol van acht mensen is uiteraard stukken belangrijker dan de ergernis van één persoon.

 

Na dit uitstapje werd koers gezet naar het volgende doel, het fijnsparreservaat. Om daar te komen lopen we wel een eindje over een ietwat glibberig pad langs de heide ten noorden van de voormalige P.I. Bankenbosch. Een vermaard pad dat in het verleden al heel wat fraais heeft opgeleverd. Nu was het er bijkans wit van de vele Sneeuwzwammetjes (Hygrocybe virginea (GE)). Ze stonden er in groepen van honderden. ”Het sneeuwde”, werd gezegd. Ook vonden we er enkele Zwartwordende wasplaten (H. conica) en een enkel Gewoon vuurzwammetje (H. miniata). Ook waren er satijnzwammen die om aandacht vroegen en daardoor schoot het maar niet op. Daarom werd de groep gemaand door te stappen, immers het reservaat wachtte. Hier waren meerdere mensen nog niet eerder geweest en zij waren verrukt over de uitstraling van dit bos. Helaas heeft hier net als elders de Letterzetter (en Koperetser?) toegeslagen en enkele bomen aangetast. We hopen dat het hier binnen de perken blijft. Staatsbosbeheer wilde er bomen ruimen, maar hen is te verstaan gegeven dat dit ongewenst is. In een reservaat laat je het immers aan de natuur over. Schokkende zaken waren er verder niet te melden of het moest de aanwezigheid zijn van de talrijke Pagemantels (Cortinarius semisanguineus (KW)). Wat daar ook opviel waren de vele Kleine bloedsteelmycena’s (Mycena sanguinolentus (GE)). Volgens Pras stonden er honderden. Ik heb gehoord dat dit eerder (decennia geleden) heel normaal was. De soort is op de Rode lijst gekomen vanwege de vrij sterke afname van de aantallen, maar dit jaar lijkt er sprake te zijn van een heuse revival. Inmiddels hadden we de terugweg aanvaard, maar kwamen er toen pas achter dat Geert (hij was er kennelijk niet weg te slaan) achter was gebleven. Geen nood, want hij had een telefoon bij zich. Helaas bleef die ongebruikt (zijn nummer was niet bekend en de mijne bij hem ook niet) en het duurde best een poos voordat hij op het rechte pad was teruggekeerd. Zijn richtinggevoel laat hem nogal eens in de steek. Zo weet ik me te herinneren dat we in het Bosplan (Peize) waren. Voor de zekerheid vroeg hij nog naar de weg terug. ”Bij de uitgang naar rechts en dan zie je vanzelf de auto’s staan”, zei ik. Hij sloeg echter linksaf en kreeg een goede… indruk van Peize. We moeten hem in de gaten blijven houden.

Cees

 

Klik hier voor meerdere foto's